Geschiedenis FIR Humic Clay

Jan van der Kroon was veel in de praktijk onder de boeren en zag dat er tal van technische problemen waren, zoals klauwgebreken, huidproblemen, drachtigheidsproblemen en andere diergezondheids-problemen. Hij experimenteerde met koolstof-houdende klei in mest totdat dit in 1993 door enthousiaste veehouders zelf ook aan het vee werd gegeven, met opvallende gevolgen.

In die tijd was net het injecteren/zodenbemesten wettelijk verplicht geworden. Dit gaf op klei en veengronden sterk wisselende resultaten. Door het gebruik van FIR bleek dat de geur van mest afnam en het ammoniumgehalte aanmerkelijk lager was dan gangbare mest. Hierdoor was de vereniging VBBM geïnteresseerd om te proberen of dit fenomeen als vervanging voor het zodenbemesten kon worden gebruikt. Na een periode van gedogen, omdat veel veehouders voor de rechter te horen kregen dat zij naar de geest van de wet handelden, werd dit door de overheid onder voorwaarden toegestaan, en dat is het nog steeds zo! Zij die hierin geïnteresseerd zijn verwijzen we door naar de VBBM, die de wettelijke regeling kan uitleggen.

Dit bovengronds uitrijden heeft veel aandacht opgeëist, maar het gebruik van FIR Humic Clay is in de eerste plaats een werkwijze die goed is voor milieu en bovendien geld oplevert! FIR zorgt voor een stabielere productie, met meer dierwelzijn. De matige vertering van het grote rantsoen knaagt aan de gezondheid van het dier. Hierdoor raken deze topsport koeien zonder FIR al gemiddeld met 4-5 jaar buiten productie.

Carboworld Manufacturing werd opgericht om de productie van FIR op een hoger plan te brengen. De wetgeving had steeds hogere eisen en de productie tot dat moment voldeed daar onvoldoende aan. Het product maakte een ontwikkeling door waardoor ook een patent werd verleend aan FIR-Humic Clay.