Invloed op de kringloop

FIR bestaat uit een natuurlijk kleimineraal dat in zich humuszuren en elementair koolstof bevat. Dit zijn geen losse ingrediënten, ze zijn in de FIR-kristallen met elkaar verbonden en geven daardoor unieke eigenschappen. Het werkt daardoor heel anders dan andere klei en zeolieten, deze binden het vooral veel vitaminen en spoorelementen. Uit research blijkt bovendien dat de andere klei-mineralen/mycotoxine-binders juist zorgen voor MINDER bacteriën in de vertering en dus voor een juist slechtere vertering van het voeder.1

Vertering en pens

Vooral in ruwvoeder zitten van nature vezels. In deze vezels zitten bacteriedodende stoffen verborgen, zoals fenolen. Deze komen vrij in de voeder vertering. De meeste van deze bacteriedodende stoffen blijken door FIR te worden gedeactiveerd.2 Het aantal verteringsbacteriën kan daarom tot 6 keer hoger zijn bij gebruik van FIR.3

Meer essentiële aminozuren door FIR

Plantaardig eiwit heeft een andere aminozurensamenstelling dan dierlijk eiwit. Daarom is een toevoeging van onder meer methionine en lysine meestal goed voor de melkproductie. Deze aminozuren zitten vooral in bijv. soja, maar bacteriën kunnen zélf plantaardig eiwit omzetten in dierlijk eiwit. Doordat FIR de pensflora sterk laat toenemen, wordt de combinatie van aminozuren ook meer dierlijk qua verdeling. Naast dat de vertering van het voeder beter is, wordt er meer eiwit gevormd dat dichter bij melkeiwit komt. Minder eiwit voederen en tóch eenzelfde, of beter, eiwitgehalte in de melk is dan geen tegenstelling meer. Meer met eigen ruwvoeder, minder eiwit uit Zuid-Amerika. Dit is goedkoper, en bovendien, gezonder voor het dier zelf.

Darmen

Na de pens stroomt in een goed FIR-kringlooprantsoen minder, maar hoogwaardiger eiwit door naar de darmen. Door het voortzetten van de kringloop hebben we een lagere inzet van eiwit, met ook minder eiwit in de darmen. Een ruimere aanwezigheid van eiwit, en dus onverteerd voeder, lokt schadelijke schimmels uit, zoals Aspergillus Fumigatus. Zij ruimen dit verteringsprobleem op, maar scheiden daarbij ook een cocktail van giftige en uiterst giftige stoffen uit. Een van die stoffen is Gliotoxine, dat als medicijn ook gebruikt wordt bij transplantaties. Gliotoxine legt het immuunsysteem en weerbaarheid plat, een paardenmiddel als medicijn! Maar deze stof kan dus via schimmels ook vrijkomen bij een niet-optimale vertering, laat staan bij een slechte vertering. De problematische aanwezigheid van schimmels werd door Eurolab onderzocht samen met de diergeneeskunde faculteit in Utrecht. Tussen 10 en 20% van de melkveehouderijen blijkt ernstig last te hebben van alleen al deze aspergillus fumigatus, die langzaam de weerbaarheid van het dier aantast. Bij de meeste melkveehouderijen is de schimmel al in het voeder en/of de darmen aanwezig.

Geld in de mestput

In de praktijk zie je juist dat bij veel melkveehouderijen 25-40% meer eiwit in de verse mest, dan nodig is. Dat blijkt ook uit routinematige lab analyses van eiwit in de feces.

Mestput en Bodem

Kringloop van de schimmels uit de mest. De schadelijke gisten en schimmels blijven in de mestput leven en besmetten via bemesting de bodem. Zo zal het ruwvoeder van het komende jaren ook weer meer schimmels en gisten gaan bevatten. Juist de wat nattere bodems lijken deze organismen niet alleen beter in stand te houden, maar besmetten ook eerder het gewas.

Ingekuild voeder/voerhekmengsel

Vaak is de besmetting met schimmels en schadelijke gisten in de gras- en maïskuil aanvankelijk beperkt. De praktijk leert verder dat inkuilmiddelen, alhoewel in principe nuttig, hierop weinig vat hebben. Daarom is onderzoek naar schimmels en candida in klassiek gestoken kuilen niet interessant. Uit onderzoek door Eurolab blijkt zodra een kuil wordt aangesneden, de in de kuil aanwezige schadelijke candida (aanwezig in verreweg de meeste kuilen) en de aspergillus fumigatus-schimmels zich razendsnel uitbreiden op de kuilwand en daarna ook in het voerhekmengsel.

Schimmels en candida in voeders

Een voerhekmengsel bevat in 10-15% van de gevallen een te ruime hoeveelheid aspergillus. Meer dan 30% van de voerhekmengsels is in minder of meerdere mate besmet Ook bij een matige besmetting komt deze schimmel in het spijsverteringskanaal terecht. Schadelijke Candida komen echter in verreweg de meeste voerhekmengsels voor. Door de kuilwanden direct na het kuilvoer te snijden af te spuiten met HSP (Herbal Silage Protection) wordt de groei van specifiek aspergillus en candidagisten gestopt. Voor de volledigheid moet worden gezegd dat andersoortige schimmels vaak niet (alleen) op de kuilwand groeien, maar ook dieper om de kuil. Hierdoor blijkt dat HSP weinig vat heeft op andere schimmels dan aspergillus en candidagisten. Alleen organische zuren hebben nauwelijks vat op schimmels en candidagisten.

De juiste kringloop volgen!

Jarenlang is er hoofdzakelijk aan de chemische kringloop, zoals stikstof en fosfaat gedacht en is de invloed van de microbiële kringloop veelal genegeerd. De FIR-Kringloop is dan ook dé enige juiste, duurzame, agrarische werkwijze.

Voeder- en Mest Analyses

Carboworld biedt voor klanten een analyse aan op Aspergillus en Candida (analyse op verse-mest en op een voerhek monster). Klik hier voor meer informatie!

1) Blijkt uit in vitro groei van bacteriën op voedingsbodems waaraan kleine hoeveelheden kleisoorten en humusproducten werden toegevoegd.  Dat gaf alleen bij de FIR een positief effect. (Eurolab 2017)

2) Blijkt uit jarenlang praktijkonderzoek in de laboratoria van Eurolab en ook Normec Dumea.

3) Blijkt uit in vitro vertering van voeders met en zonder bijmenging van FIR (Eurolab 2011).